Het wisselen van tanden is een spannend moment in de groei van uw kind. De eerste losse tand zorgt vaak voor enthousiasme, maar kan ook vragen oproepen. Wanneer begint het wisselen? Wat kunt u doen bij een loszittende melktand en tot welke leeftijd gaat het tanden wisselen door? Dit en nog veel meer vertellen we u graag! Heeft u een vraag of wilt u een afspraak maken bij onze tandarts? Neem dan contact met ons op of schrijf u in als nieuwe patiënt!
Het melkgebit is een tijdelijke, maar belangrijke fase in de ontwikkeling van het gebit. Melktanden zijn kleiner en dunner dan blijvende tanden, zodat ze passen in de kindermond. Naarmate een kind groeit, groeit ook de kaak. Er ontstaat dan ruimte voor een sterker en groter blijvend gebit. Het wisselen van tanden is een natuurlijk proces waarbij de wortels van de melktanden langzaam oplossen. Hierdoor komen ze los te zitten en vallen ze uit, zodat de blijvende tanden hun plek kunnen innemen. Dit proces gebeurt geleidelijk en zorgt ervoor dat het gebit zich op een gezonde manier ontwikkelt.
De meeste kinderen beginnen met wisselen rond hun zesde jaar. Dit kan per kind verschillen; sommige kinderen wisselen al op vijfjarige leeftijd, terwijl het bij anderen pas rond het zevende jaar begint. Meisjes wisselen vaak iets eerder dan jongens.
Het wisselen van tanden duurt meestal tot ongeveer 12 tot 14 jaar. In deze periode maken de laatste melkkiezen en hoektanden plaats voor het blijvende gebit. Soms breken verstandskiezen later nog door, meestal tussen het achttiende en vierentwintigste levensjaar.
Het wisselen van het melkgebit verloopt in drie fases: de eerste wisselfase, de rustfase en de tweede wisselfase.
Deze fase begint meestal rond het zesde levensjaar. De eerste blijvende kiezen breken door achter de laatste melkkiezen, vaak zonder dat het direct opvalt. Tegelijkertijd wiebelen de onderste voortanden als eerste, gevolgd door de snijtanden in de bovenkaak. Ook de laterale snijtanden in de onderkaak maken plaats voor het blijvende gebit.
Na de eerste wisselfase volgt een periode waarin er geen tanden wisselen. Dit is de periode waarin de wortels van de blijvende tanden en kiezen zich verder ontwikkelen in het kaakbot. Hoewel er weinig verandert in de mond, gebeurt er dus veel onder het tandvlees.
In deze laatste fase wisselen de overige 12 melktanden. De melkkiezen maken plaats voor blijvende premolaren of voorkiezen en de blijvende hoektanden komen door. Helemaal achterin breekt de tweede blijvende kies door. De verstandskiezen volgen meestal pas tussen de 18 en 24 jaar, en niet iedereen krijgt ze.
Het wisselen van tanden is een natuurlijk proces dat per kind iets kan verschillen. Heeft u vragen of twijfelt u over het verloop? Uw tandarts controleert tijdens de periodieke controle of alles goed verloopt.
In de meeste gevallen is het niet nodig om een losse melktand zelf te trekken. Het beste is om de tand vanzelf te laten uitvallen. Uw kind kan de tand voorzichtig met de tong of schone vingers wiebelen, zodat deze op een natuurlijke manier loskomt. Zit de tand écht in de weg of veroorzaakt hij veel ongemak? Neem dan contact op met uw tandarts voor advies.
Het wisselen van tanden verloopt meestal zonder problemen, maar sommige kinderen kunnen last hebben van:
In de meeste gevallen verloopt het wisselen van tanden zonder problemen. Het tandvlees kan wat opzwellen wanneer nieuwe kiezen doorkomen, wat kortdurende gevoeligheid kan veroorzaken. Dit is normaal en trekt vanzelf weg. We adviseren wel uw tandarts te raadplegen in de volgende gevallen:
Twijfelt u of het wisselen van de tanden goed verloopt? Neem dan contact met ons op via 030 760 1267. We geven u graag meer informatie.
Rond het wisselen van tanden bestaan veel feiten en fabels. Wat is nu echt waar en wat niet? We zetten een aantal veelvoorkomende feiten en fabels op een rij:
Een gezond melkgebit is de basis voor een sterk blijvend gebit. Melktanden helpen bij het kauwen, spreken en zorgen ervoor dat blijvende tanden op de juiste plek doorkomen. Bovendien voorkomt goede mondverzorging gaatjes en ontstekingen, die anders ook het blijvende gebit kunnen beïnvloeden. Poets daarom vanaf de eerste tandjes 2 keer per dag met fluoridetandpasta, vermijd te veel producten met suiker en zuren, en bezoek regelmatig de tandarts voor een periodieke controle. Meer tips? Lees dan onze pagina over de verzorging van het melkgebit.
De meeste kinderen beginnen met wisselen rond hun zesde jaar, al kan dit per kind verschillen. Sommige kinderen wisselen al op vijfjarige leeftijd, terwijl het bij anderen pas rond het zevende jaar begint.
Het wisselen begint meestal met de onderste voortanden (snijtanden), gevolgd door de bovenste voortanden. Tegelijkertijd breken achter in de mond de eerste blijvende kiezen door, vaak zonder dat dit direct opvalt.
Het wisselen van tanden duurt meestal tot ongeveer 12 tot 14 jaar. De verstandskiezen kunnen later nog doorkomen, meestal tussen het achttiende en vierentwintigste jaar.
In totaal wisselt een kind 20 melktanden en kiezen. Deze worden vervangen door 28 blijvende tanden en kiezen. Later kunnen er nog 4 verstandskiezen doorkomen, waardoor een volwassen gebit uit maximaal 32 tanden en kiezen bestaat.
Melktanden zijn kleiner en passen bij de kindermond. Naarmate een kind groeit, groeit ook de kaak en ontstaat er ruimte voor een sterker en groter blijvend gebit. Door het wisselen maken melktanden plaats voor blijvende tanden, die beter geschikt zijn om een leven lang mee te gaan.
Uw kind mag al vanaf 2 jaar mee naar de mondhygiënist, zodat hij of zij kan wennen aan de omgeving. Vanaf 3 jaar is een behandeling bij de mondhygiënist mogelijk.
Wilt u meer informatie over tanden wisselen of een afspraak maken voor een periodieke controle? Neem dan contact met ons op via 030 – 760 1267, stuur een e-mail naar info@tandartsutrecht.nl of schrijf u in als nieuwe patiënt bij onze praktijk.
Ervaringen van onze patiënten